- 30 August 2020 -
Vraaggericht aan de slag bij verdachten in de wijk Ruwaard in Oss: hoe de menselijke maat dure justitie-trajecten uitspaart
Recidive verminderen door een straf op te leggen die zo goed mogelijk aansluit bij wat een verdachte nodig heeft om niet opnieuw in de fout te gaan. Met oog voor het slachtoffer en aandacht voor het feit dat een straf een straf moet zijn. Dat is het doel van de Koers en kansen-pilot ‘Proeftuin Ruwaard verbinden met de justitiële strafrechtketen’ dat in augustus 2019 is gestart. In dit project wordt samengewerkt tussen het programma Proeftuin Ruwaard en het Openbaar Ministerie, Reclassering Nederland, Novadic-Kentron, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie (wijkagenten), Jeugdbescherming Brabant, William Schrikker Groep en Halt.
In Ruwaard, een kwetsbare wijk in de gemeente Oss, loopt sinds een aantal jaren het programma Proeftuin Ruwaard. In dit programma zijn organisaties op het gebied van zorg, welzijn en wonen anders gaan werken. Niet het aanbod van de organisaties werd leidend, maar de hulpvragen van de mensen in de wijk. Aanleiding om het roer om te gooien: organisaties werkten langs elkaar heen, boden bewoners oplossingen die soms helemaal niet werkten of verzandden in te complexe regels.
De proeftuin-aanpak
De proeftuin-aanpak betekent dat een professional bij een wijkbewoner langsgaat met drie vragen: wat wil jij, wat kun jezelf doen en wat heb je nodig. De uitkomst van dit gesprek bepaalt met welke professionals de wijkbewoner vervolgens een oplossing formuleert, zonder daarbij te denken vanuit bestaande regels, protocollen of financieringsstromen. Ze leggen dat vast in een plan waar iedereen zich in kan vinden en waarmee ze meteen aan de slag kunnen gaan.
De opbrengsten van de proeftuin zijn positief, zo blijkt uit een evaluatie.
Alleen relatief lichte delicten
Halverwege 2019 is de vraaggerichte aanpak uitgebreid naar het justitie-domein. Sindsdien krijgt het proeftuin-team een seintje wanneer een verdachte afkomstig is uit het postcode-gebied Ruwaard.
‘In principe gaat het om ZSM-kandidaten, dus lichtere delicten,’ legt Eveline Pittens uit. Ze is vanuit de reclassering betrokken bij de ZSM-tafel in Den Bosch en teamlid van het Koers en kansen-project. ‘Geeft de verdachte toestemming om in te stromen in het project, dan wordt de zaak niet afgedaan aan de ZSM-tafel, maar voorlopig aangehouden. Dat geeft ons de tijd om volgens de proeftuin-methode bij de verdachte informatie op te halen, te vragen ‘wat wil je, wat kun jezelf doen en wat heb je nodig’, samen oplossingen te formuleren en op basis van dit alles een advies of rapport op te stellen voor het OM.’
Het onderliggende verhaal
Geeft een verdachte met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking of een verslaving wel zodanig antwoord op de drie vragen van de proeftuinmethode, dat je er als professionals effectief mee verder kunt?
‘Waarom zou zo iemand dat niet kunnen?’ reageert Robert Jans meteen. Hij is sociaal werker van het wijkteam Ruwaard en sinds het eerste uur betrokken bij de proeftuin. ‘Niemand is verslaafd omdat hij dat zo graag wil. De verslaving dekt het echte probleem toe. Bij een professional uit de buurt, iemand die aandacht heeft voor de persoon, komt het onderliggende verhaal echt wel naar boven. Zeker als de bewoner bekend is bij die professional.’
Eveline Pittens voegt toe: ‘De professionals uit de wijk zijn zo laagdrempelig voor wijkbewoners. Ben je een justitiepartner, dan schept dat meteen een afstand.’
Dat laatste geldt niet voor het team van proeftuin Ruwaard benadrukt Jans. Voor hen is niet veel veranderd, nu ze samenwerken met justitie. ‘Of we nu overleggen met iemand van de schuldhulpverlening, met een huisarts of met iemand van justitie: dat maakt voor ons geen enkel verschil.’
‘De professionals uit de wijk zijn zo laagdrempelig voor wijkbewoners. Ben je een justitiepartner, dan schept dat meteen een afstand’
Sinds de start van het project hebben veertien mensen de hele proeftuin-methode doorlopen, zes mensen worden momenteel begeleid en er zijn vier recente aanmeldingen.
Pittens en Jans vertellen bevlogen over deze mensen, ieder met een eigen verhaal. Over een jongen die zijn moeder mishandelde. Hij werd agressief van de drugs die hij gebruikte om maar niet het verdriet te voelen over zijn overleden vader. Over een wijkbewoner met een licht verstandelijke beperking, die veel overlast veroorzaakte. Hij bleek zijn medicijnen tegen psychose niet meer te gebruiken, omdat hij daar zo onrustig van werd.
Steeds wordt vanuit de wijkbewoner een oplossing bedacht met de juiste professionals. Een advies gaat naar de zaaksofficier.
Maatwerk spaart dure justitietrajecten uit
‘Meteen een ZSM-zaak afdoen, kan verleidelijk zijn. Volg je de proeftuin-methode, dan kost dat een paar weken extra,’ zegt Eveline Pittens.
Robert Jans: ‘Justitie-partijen denken in duidelijke verantwoordelijkheden en vinden stappenplannen belangrijk: die doet dit en dan doet de ander dat. Bij de proeftuin-aanpak is hun eerste reflex algauw: daar kunnen we niet op wachten.’
‘Vraaggericht werken: het klinkt simpel, maar vergt omdenken,’ voegt Pittens toe. ‘Je moet maatwerk willen bieden. In eerste instantie kost het meer tijd. Maar op termijn win je: in menselijk opzicht en maatschappelijk gezien. Tegelijk spaar je dure justitietrajecten uit.’
‘Vraaggericht werken: het klinkt simpel, maar vergt omdenken’
Momenteel worden door een onderzoeker micro-analyses uitgevoerd. De kosten die per casus zijn gemaakt worden vergeleken met de kosten die gemaakt zouden zijn wanneer niet volgens de proeftuin-methode was gewerkt. Ook wordt de recidive bijgehouden. Jans: ‘Wijzelf zien – iedere keer weer – dat de menselijke maat werkt. Het onderzoek moet ook anderen overtuigen.’
Aanpak verbreden naar andere wijken
Inmiddels heeft de gemeente Oss interesse om het concept van de proeftuin ook in andere wijken te gaan uitproberen. Eveline Pittens is voorzichtig optimistisch: ‘In Ruwaard ken je de andere leden van het projectteam goed. Er is een enorm draagvlak. Iedereen neemt de regie als de situatie daarom vraagt. Het justitie-deel is pas aangehaakt toen het sociaal domein al vertrouwd was met vraaggericht werken en leersessies. Daardoor hadden we bij de start al een gedegen basis.’ Ook ziet ze een financiële hobbel. ‘De investering aan de voorkant van een straftraject kunnen we lang niet allemaal wegschrijven als reclasseringsuren. Die uren worden nu betaald uit projectbudget. In een andere wijk moet je daar dus een oplossing voor vinden.’
'Iedereen is verantwoordelijk. Daar is lef voor nodig. Ook bij managers, bestuurders en financiers’
Robert Jans denkt niet dat je de proeftuin zomaar elders kunt uitrollen. De nieuwe manier van werken vraagt een andere manier van denken, doen en organiseren, niet alleen binnen, maar ook tussen de deelnemende organisaties. Geen kwestie van: dat doen we wel even. ‘Je moet met zijn allen bereid zijn buiten de eigen professionele kaders te denken en alle leefgebieden tegelijk te bekijken. Afschuifgedrag is uit den boze. Iedereen is verantwoordelijk,’ zegt Jans. ‘Daar is lef voor nodig. Ook bij managers, bestuurders en financiers.’
Hij geeft nog een laatste tip: ‘Zorg dat de professionals vanuit de leiding de ruimte en het vertrouwen krijgen om te doen wat nodig is. Zodat een professional transparant durft te zijn, ook al is het een leertraject waar fouten zullen worden gemaakt.’
Bron en foto: Ministerie van Justitie en Veiligheid
Foto: Alle betrokkenen bij het project ‘Proeftuin Ruwaard verbinden met de justitieketen’ (Robert Jans in groenblauw T-shirt en Eveline Pittens, leunend tegen tafel rechts)